Hoe herken je een eetstoornis?
In het kort zijn er een aantal gedragingen en eigenschappen op te noemen die samen kunnen hangen met het hebben van een eetstoornis; weinig tot niet eten, spugen na het eten, afvallen, somberheid, negatief zelfbeeld. Toch kun je niet met zekerheid vast stellen dat iemand die weinig eet of sombere buiten heeft ook daadwerkelijk een eetstoornis heeft. Daarom hieronder een overzicht van verschillende signalen waaraan je het hebben van een eetstoonis kunt herkennen.
Fysiek
- gewichtsschommelingen, dus zowel afvallen of juist aankomen.
- Lichamelijke klachten van allerlei aard; kouwelijkheid, bleke huidskleur, duizeligheid, slapeloosheid, flauwvallen, donshaargroei op het lichaam en haaruitval van het hoofdhaar.
- onregelmatige mensturatie of zelfs het wegvallen daarvan.
- Misselijkheid, maagpijn, buikpijn, onstipatie of juist diaree.
- Samenhangend met het zelf opwekken van het overgeven; aangetaste tanden, kapotte mond(hoeken), pijnlijke keel, ongezonde huidskleur, uitdroging.
Gedrag
- Afwijkend tafelgedrag; lang over het eten doen, liever alleen eten, alles in stukjes snijden, kritisch zijn op wat gegetetn worden, veel drinken bij het eten.
- Veel drinken (om te honger te stillen) over de hele dag door, is vaak een opvallend signaal.
- Na maaltijden zich afzonderen op het toilet (om het eten uit te spugen).
- Veel willen bewegen of willen wandelen na het eten.
- Sowieso veel bewegen, op een sportschool of oefeningen zelf doen op allerlei tijdstippen en plekken.
- Extreem veel zichzelf willen wegen.
- Vermijden van lichamelijk contact met anderen.
- Neerslachtig, somber, piekeren, depressie. Soms ook zelfmoordgedachten.
Zelfbeleving
- Stemming wordt bepaald door gewicht.
- Grote angst om aan te komen.
- Nastreven van een onrealistisch laag gewicht.
- Geen realistische lichaamsbeleving hebben, en hierbij vaak gebruik van negatieve woorden over lichaamsomvang (zoals; zeekoe, olifant, plumpudding, e.d.)
- Schaamte over eigen lijf en over het eetgedrag.
Eetgedrag
- (Veel) minder eten.
- Maaltijden overslaan.
- Eten weggooien of weg smokkelen.
- Heel veel kauwen (en soms gelijk weer uitspugen).
- Bepaalde voedingsgroepen vermijden (vaak vet en zoet).
- Eetbuien, soms stiekem. In korte tijd heel veel eten. Veel door elkaar heen. En soms ook hele vreemde zaken zoals bevroren eten of zelfs eten uit de vuilnisbak.
- Extreem geïnteresseerd zijn in alles wat met eten te maken heeft. Bijvoorbeeld recepten verzamelen of kookboeken lezen.
- Anderen graag zien eten (terwijl dan zelf niet of nauwelijks gegeten wordt).
- Rituelen rondom de maaltijden. Vaste tijden, snijtechnieken, bepaalde volgordes of tellen van calorieën.
- Onrustig rondom eetmomenten.
- Liever alleen eten.
- Schuldgevoelens rondom eten.
Compensatie door
- Overmatig drinken.
- Zelf opgewekt overgeven.
- Het gebruik van laxeermiddelen of klysma.
- Het gebruik van dieetpillen, afslankthee of andere eetlustremmers.
- Alchol, drugs of sigaretten.
- Vaak naar het toilet moeten (en veel toiletpapier gebruik).
- Dwangmatig bewegen, oefeningen of op de sportschool.
- Moeilijk stil kunnen zitten.
Deze lijst is bij lange na niet uitputtend en uitsluitend! Het is maar een greep uit alle gedragingen en eigenschappen die ik in de loop der jaren opgemerkt heb aan de mensen waarmee ik werk. En waarvan ik er sommige herken uit de periode van toen ik zelf Anorexia had. Mocht de lijst vragen oproepen of wil je er wat over kwijt, schroom dan niet om contact met mij op te nemen via dana@ohshegrows.nl